Wie zich ooit heeft afgevraagd waar die miljarden aan fastfood, hotelovernachtingen, luxe diners en koffiebars naartoe gaan, krijgt in de wereld van beursgenoteerde horecabedrijven een bijzonder interessant antwoord. De horeca is allang geen lokaal verhaal meer van cafés op de hoek of familierestaurants langs de snelweg. Grote spelers hebben zich in de loop der jaren ontpopt tot wereldwijde mastodonten, met beurskoersen die invloed hebben op miljardenportefeuilles. Achter elk frietzakje of hotelkussen schuilt een beursgenoteerde reus, en het is fascinerend om te zien hoe groot die reuzen werkelijk zijn.
McDonald’s: een imperium in rode en gele kleuren
McDonald’s hoeft eigenlijk nauwelijks introductie. Met meer dan 40.000 vestigingen wereldwijd is het bedrijf een van de allergrootste spelers binnen de horecasector. De gigantische Amerikaanse keten werd in 1940 opgericht door de broers McDonald en werd groot dankzij Ray Kroc, die het concept uitrolde met militaire efficiëntie.
McDonald’s staat al jarenlang genoteerd op de New York Stock Exchange (NYSE) onder het ticker-symbool MCD. Het bedrijf heeft een beurswaarde van meer dan 200 miljard dollar (afhankelijk van de marktomstandigheden), wat het tot een van de meest waardevolle horecabedrijven op aarde maakt. En het opvallende? Het verdient niet alleen geld met hamburgers, maar vooral met vastgoed. McDonald’s bezit vaak het gebouw waar een franchisenemer zijn restaurant runt, wat een stabiele inkomstenstroom betekent, ongeacht de verkochte Big Macs.
Vanuit beleggingsoogpunt wordt McDonald’s vaak gezien als een defensieve waarde: zelfs in economisch moeilijkere tijden grijpen mensen graag naar vertrouwde comfort food. En laten we eerlijk zijn, wie is er nog nooit om 23:45 met een grote friet en een McFlurry de parkeerplaats opgereden?
Starbucks: meer dan koffie alleen
Als je ooit in een Starbucks hebt gezeten met een laptop, een latte en een vage poging tot werken, dan ben je deel van een wereldwijd fenomeen. Starbucks is niet zomaar een koffieketen. Het is een sociaal concept, een cultuurfenomeen en een beurslieveling. Opgericht in 1971 in Seattle, groeide het uit tot de grootste koffieketen ter wereld, met meer dan 38.000 vestigingen wereldwijd.
Het bedrijf staat genoteerd op de NASDAQ (ticker: SBUX) en heeft een beurswaarde van om en bij de 100 miljard dollar. Wat Starbucks zo bijzonder maakt, is de combinatie van beleving, branding en expansie. Van China tot Italië: overal duiken de herkenbare groene logo’s op. En hoewel het businessmodel zwaar leunt op fysieke verkoop, experimenteert Starbucks actief met digitalisering, loyaliteitsprogramma’s en zelfs AI-aangestuurde bestellingen.
Wat mij betreft is Starbucks een klassiek voorbeeld van hoe je door slimme marketing en merkbeleving iets alledaags – een kop koffie – kunt omvormen tot een premium product waar mensen graag wat meer voor betalen. Een Americano voor €4? Met de juiste playlist en verlichting krijgt zelfs dat iets magisch.
Yum! Brands: het moederbedrijf achter KFC, Pizza Hut en Taco Bell
Yum! Brands klinkt als een marketingbureau voor kindertoetjes, maar het is een van de grootste holdings binnen de fastfoodsector. Onder zijn vleugels bevinden zich grote namen zoals KFC, Pizza Hut en Taco Bell. Alle drie hebben ze duizenden vestigingen wereldwijd, wat Yum! Brands tot een absolute zwaargewicht maakt binnen de fastfoodwereld.
Het bedrijf is ook genoteerd op de NYSE (ticker: YUM) en vertegenwoordigt een marktwaarde van ongeveer 40 tot 50 miljard dollar. De kracht van Yum! Brands ligt in zijn portfolio-aanpak: diversificatie binnen fastfood. KFC richt zich op gefrituurde kip, Pizza Hut op pizza’s (uiteraard) en Taco Bell op Tex-Mex. Elk merk heeft zijn eigen identiteit, doelgroep en groeimarkt.
Voor beleggers biedt Yum! Brands iets interessants: het speelt in op verschillende smaken en voorkeuren, en kan daardoor schokken in één markt opvangen door sterkte in een andere regio. Voor consumenten betekent het: kip, pizza of taco’s – er is altijd wel iets van Yum! in de buurt. En ja, ook ik heb me schuldig gemaakt aan een midnight taco-run in een anonieme buitenwijk van L.A.
Marriott International: koninklijk logeren met een ticker
Niet alleen de snelle hap doet het goed op de beurs. Ook de hotelsector kent zijn beursiconen, en Marriott International is daarbij zonder twijfel de grote koning. Met meer dan 8.500 hotels verspreid over 138 landen, bezit of beheert Marriott merken als Ritz-Carlton, Sheraton, W Hotels en natuurlijk het merk Marriott zelf.
De beurswaarde van Marriott (ticker: MAR op de NASDAQ) zweeft rond de 70 miljard dollar. De expansiestrategie van Marriott is gebouwd op een franchise- en beheermodel, waarbij het concern vaak niet zelf de hotels bezit, maar wel de exploitatie verzorgt. Zo kan het relatief licht groeien en toch stevige marges behalen.
Wat ik bijzonder vind aan Marriott is de waaier aan doelgroepen die ze aanspreken: van luxereizigers tot zakelijke passanten en vakantiegangers met een beperkt budget. En in een wereld waarin reizen weer op gang komt na pandemiegerelateerde stilstand, lijkt Marriott zich stevig op te maken voor een nieuwe klim. Wie ooit in een Marriott ontbeten heeft met pannenkoeken, sinaasappelsap en CNN op de achtergrond, weet dat zelfs standaard comfort een zekere charme heeft.
Wat maakt een horecabedrijf succesvol op de beurs?
De rode draad bij deze bedrijven is schaalbaarheid. Of het nu gaat om hamburgers, koffies of hotelkamers: hoe meer een bedrijf kan reproduceren aan constante kwaliteit, hoe aantrekkelijker het wordt voor beleggers. Daarbij komt dat naambekendheid, klantloyaliteit en een efficiënte supply chain onmisbaar zijn.
Interessant genoeg verschilt de benadering per subsector. Waar fastfoodbedrijven sterk inzetten op franchising en vastgoedstrategieën, focussen hotelketens eerder op service, locatiebeheer en merkconsistentie. En koffieketens? Die spelen vooral slim in op de ‘derde plek’-ervaring: niet thuis, niet werk, maar ergens daartussenin.
Wat ik zelf graag zie in deze bedrijven, is een combinatie van stabiliteit en innovatie. Een McDonald’s die zijn menu aanpast aan lokale smaken in India, of een Marriott die duurzaamheid integreert in zijn bouwbeleid – dat zijn tekenen van intelligent beleid. En precies die balans tussen traditie en vernieuwing maakt dat ze hun beurswaarde blijven vasthouden, zelfs in roerige tijden.
Welke groeibedrijven moeten we in de gaten houden?
Natuurlijk bestaan er ook nieuwkomers en opkomende sterren aan het horecabeurzenfront. Denk aan bedrijven als Chipotle Mexican Grill (ticker: CMG), dat met zijn focus op versheid en transparantie de Amerikaanse markt veroverde. Of Domino’s Pizza (ticker: DPZ), dat vooral uitblinkt in delivery-logistiek – iets wat sinds de pandemie alleen maar relevanter werd.
Bovendien zijn er ketens in opkomende markten zoals India, Zuidoost-Azië en Afrika die op lokaal niveau al miljoenen klanten trekken. Zodra deze bedrijven internationale ambities koppelen aan een beursnotering, zouden we in de toekomst wel eens een nieuwe generatie horecagiganten kunnen zien ontstaan. Mijn tip? Hou die kleine namen in de gaten – soms zijn het precies die bedrijven die plots de wereld veroveren. Net zoals een zekere hamburgerketen uit Illinois in de jaren ‘50.